Pagina 25 - Rouw
Rouw
We zijn in diepe rouw voor vader, moeder, broer, zus, zoon, dochter, echtgenoot en echtgenote.
Als we een persoon ontmoeten die in de rouw is, zeggen we ברוך הגוזר Baruch hagozer.
In een tijd van diepe rouw dragen de mannelijke nabestaanden de zwarte stoffen riem, vrouwelijke nabestaanden bedekken hun hoofd met een zwarte sjaal.
In een tijd van diepe rouw bidden de nabestaanden in de kenasa in de laatste rij.
We zijn in diepe rouw tot zeven dagen na de begrafenis van de overledene.
In een tijd van diepe rouw is het de plicht van de nabestaanden om zeven dagen de ochtend- en avondaanbidding in de kenasa te bezoeken.
De chazan komt op de dag van de begrafenis (voor zonsondergang) naar het huis van de nabestaanden, die in diepe rouw zijn en geeft hen ajak, dat is de beker van troost.
Op de zevende dag na de begrafenis komt de chazan weer naar de nabestaanden en neemt de ajak terug van hen, dan gaan ze samen naar de kenasa.
Ook gaan relaties en vrienden van de overledene naar de kenasa; na het gebed gaan ze terug naar het huis van de nabestaanden, waar ze et ashn bereiden, dat is een vleesmaaltijd.
In een tijd van diepe rouw eten rouwenden voor de eerste keer na de zeven dagen van diepe rouw een vleesmaaltijd, omdat zij binnen de zeven dagen na de begrafenis geen vlees eten als teken van diep verdriet.
De eerste Shabbat na de zeven dagen van rouw is in de naam van de overledene en de nabestaanden verdelen liefdadige geschenken ter herinnering aan de ziel van de overledene en na het beeindigen van het gebed gaan de leden van de gemeenschap naar het huis van de nabestaanden, waar zij spreken met de nabestaanden.
Zij zeggen troostrijke woorden en de nabestaanden geven de leden van de gemeenschap de donkere Halva (Oriëntaalse specialiteit), als symbool van verdriet.
Op de 30e dag na de begrafenis wordt het ochtendbanket aj-kijmjak gehouden, alsmede tien maanden na de begrafenis of tijdens de jaartijd; gedurende dit banket wordt, in plaats van de zwarte Halva, de witte Halva aangeboden.
Op zaterdag (waarop de ak-kijmjak valt) gaan de leden van de gemeenschap na de aanbidding met de chazan naar het huis van de nabestaanden ter herinnering aan de overleden persoon, zij troosten de nabestaanden.
De nabestaanden geven de leden van de gemeenschap en de chazan de witte Halva.
Na dit banket eindigt de rouw.
Als een familielid overlijdt in een andere stad of land, begint de diepe rouw vanaf de dag dat we geinformeerd zijn over de begrafenis.