Pagina 4 - De uitleg van de Tien Geboden
God gaf de Tien Geboden aan de profeet Mozes op twee stenen platen op de Berg Sinaï.
Er zijn twee soorten Geboden:
1. De eerste vier geboden beschrijven de plichten van de mens tegenover God.
2. De volgende zes geboden beschrijven de plichten van de mens naar de mensheid en naar hemzelf (haarzelf).
De Tien Geboden resulteren in de volgende verboden en regels.
Het eerste gebod beveelt ons te geloven dat God almachtig, heilig en barmhartig is.
Het tweede gebod beveelt ons niets of niemand te aanbidden behalve God en geen eer te bewijzen aan iemand behalve God, bijvoorbeeld aan een schepping of een foto.
Het derde gebod beveelt ons eerbied te hebben voor de naam van God, de naam van God te gebruiken met het hoogste respect en verbiedt ons Gods naam nutteloos en in zinloze gesprekken te gebruiken.
Het vierde gebod beveelt ons de zaterdag (Shabbat) te eren als de heilige dag van God, verbiedt ons op deze dag te werken. Omdat de zaterdag geheiligd is door God, is het noodzakelijk om op deze dag de synagoge (kenasa) te bezoeken voor gezamenlijke aanbidding.
Het vijfde gebod verlangt van de kinderen om hun ouders lief te hebben en te eren. Verder wordt de kinderen opgedragen hun ouders tevredenheid te verzekeren, de wil van de ouders te vervullen en hen gelukkig te maken. Omdat de vader de monarch wordt genoemd is het verplicht hem te eren en te respecteren, verder moeten we de gemeenschapsleiders respecteren, de leraren en de oudsten.
Het zesde gebod verbiedt ons te moorden, dat wil zeggen het elimineren van het eigen leven of dat van iedere andere persoon, op elke wijze.
Het zevende gebod verbiedt ons overspel te plegen en gebiedt ons gelijksoortige zonden te vermijden.
Het achtste gebod verbiedt ons elke diefstal of ongeoorloofde verkrijging van vreemde zaken door diefstal of bedrog.
Het negende gebod verbiedt ons om vals te getuigen, meineed en valse aanklacht.
Het tiende gebod verbiedt ons te verlangen naar iets wat niet van ons is, verbiedt afgunst, omdat dit een persoon ontevreden maakt met zijn/haar situatie en een persoon tot misdaad zou kunnen brengen.